Deze pagina ondersteunt uw browser slechts beperkt. We raden je aan om over te schakelen naar Edge, Chrome, Safari of Firefox.

Verzending binnen 24-48 uur, alles op voorraad – met uitzondering van meubels

Winkelwagen 0

Combineer met
Geen verdere producten beschikbaar voor aankoop

Producten
Bestelinformatie toevoegen
Subtotaal Gratis
Verzendkosten, btw en kortingscodes worden berekend bij het afrekenen

Ontwikkelingssprongen bij kinderen. Hoe ze zich uiten en hoe je ze samen kunt overwinnen

HOE EEN ONTWIKKELINGSSPRONG BIJ KINDEREN TE HERKENNEN

Het herkennen van ontwikkelingssprongen bij baby’s vereist inzicht in hun veranderende gedrag. Psychologen definiëren drie hoofdcriteria waarmee kan worden vastgesteld dat een kind een ontwikkelingssprong doormaakt: vaker huilen en verhoogde prikkelbaarheid / onrust bij het kind. Het kind toont ook een sterke behoefte aan voortdurend contact met de ouders. Andere mogelijke symptomen zijn slaapproblemen, versterkte reactie op prikkels (overgevoeligheid) en moeilijkheden met eten.

De symptomen lijken op tandjes krijgen, nietwaar? Des te meer omdat de eerste tandjes bij baby’s meestal tussen de 5 en 8 maanden verschijnen, maar bij sommige kinderen kan dit proces al vanaf de 2e levensmaand beginnen. Het onderscheiden van een ontwikkelingssprong van tandjes krijgen is relatief eenvoudig, aangezien tandjes krijgen meestal vanaf de 8e maand begint en gepaard gaat met zichtbare symptomen in de mond. Soms kan een ontwikkelingssprong ook verward worden met infecties zoals een oorontsteking of spijsverteringsproblemen. Bij twijfel, raadpleeg een arts.

 

ONTWIKKELINGSSPRONGEN-KALENDER – Bekijk hoe lang een ontwikkelingssprong duurt

1. Eerste ontwikkelingssprong (4-5 weken):

  • Verhoogde sensorische activiteit
  • Vermogen om te glimlachen
  • Langere actieve periodes tussen dutjes
  • Betere spijsvertering
  • Focus van de blik op het gezicht van de ouders
  • Kortdurend optillen van het hoofd bij liggen op de buik

2. Tweede ontwikkelingssprong (ca. 8 weken):

  • Bewustzijn van dagelijkse routines
  • Betere controle over het eigen lichaam
  • Meer lichamelijke activiteit (trappen, bewegen van armen en benen)
  • Optillen en draaien van het hoofd bij liggen op de buik
  • Intensievere focus op gezichten en objecten
  • Asymmetrische tonische nekreflex (ATNR)

3. Derde ontwikkelingssprong (10-12 weken):

  • Grotere interesse in details
  • Vooruitgang in coördinatie van oog- en hoofdbewegingen
  • Reiken naar speelgoed
  • Handen samenbrengen in het midden van het lichaam
  • Symmetrische romppositie behouden bij liggen op de rug
  • Steunen op onderarmen bij liggen op de buik
  • Ontdekken van vocale mogelijkheden

4. Vierde ontwikkelingssprong (18-20 weken):

  • Begrip van eenvoudige oorzaak-gevolgrelaties
  • Vorming van eenvoudige geluidsreeksen
  • Stabiel steunen op onderarmen en reiken naar speelgoed
  • Omdraaien van rug naar zij en buik
  • “Zwemmen” (armen en benen strekken bij liggen op de buik)
  • Objecten van de ene hand naar de andere overgeven
  • Voorkeuren uiten (bv. eten weigeren)

5. Vijfde ontwikkelingssprong (22-26 weken, ca. 6 maanden):

  • Begrip van afstand tussen objecten
  • Bewustzijn van de positie in de ruimte
  • Verlatingsangst
  • Omdraaien van rug naar buik en omgekeerd
  • Kruipen, draaien om de as (pivoteren), zelfstandig zitten
  • Spelen met speelgoed, in- en uitladen van containers
  • Introductie van BLW (Baby-Led Weaning)

6. Zesde ontwikkelingssprong (36-40 weken, ca. 8,5 maanden):

  • Classificatie van objecten
  • Precieze grijpreflex (duim en wijsvinger)
  • Afbouwen van constructies (bv. blokken)
  • Zoeken naar objecten buiten het zicht
  • Reactie op het eigen spiegelbeeld
  • Kruipen, kruipen op handen en knieën, zelfstandig zitten
  • Optrekken tot staan met steun

7. Zevende ontwikkelingssprong (41-46 weken, ca. 11 maanden):

  • Begrip van volgorde van gebeurtenissen en gevolgen
  • Experimenteren met herhalen van lettergrepen en imiteren van dierengeluiden
  • Gebruik van eenvoudige woorden (“Nee”, “Mama”, “Papa”, “Doei”)
  • Wijzen met de vinger
  • Tekeningen maken op papier
  • Klimmen, achterwaarts afdalen, langs meubels lopen
  • Eerste zelfstandige stapjes

Elke fase wordt gekenmerkt door unieke eigenschappen en vaardigheden die het kind begint te ontwikkelen, wat leidt tot intensieve groei en verandering.

WAT BRENGT EEN ONTWIKKELINGSSPRONG VOOR HET KIND EN HOE KUN JE SAMEN DEZE BELANGRIJKE FASES DOORGAAN?

Een ontwikkelingssprong kondigt nieuwe motorische, cognitieve, taal- en sensorische vaardigheden aan. Sommige kinderen ontwikkelen zich geleidelijk, anderen maken plotselinge veranderingen door, wat een uitdaging kan zijn voor hun zich ontwikkelende zenuwstelsel.

Wanneer je de symptomen herkent, wees erop voorbereid dat het kind veel nabijheid nodig heeft. Geef veel aandacht en geduld. Draagdoeken en draagzakken kunnen een goede oplossing zijn. Vermijd drukke, lawaaierige en flitsende plekken. Nabijheid en rust zijn 90% van het succes tijdens een ontwikkelingssprong.

Ontwikkelingssprongen in het eerste levensjaar zijn kritieke momenten van fysieke en cognitieve groei. Elke sprong is een periode van snelle verandering, vaak met meer prikkelbaarheid of onrust.

BRONNEN:

  • WHO groeistandaarden: www.who.int/tools/child-growth-standards (geraadpleegd op 20-12-2023)
  • Bates Ames, Louise Ilg, F. L. Baker, Sidney M. “Psychische ontwikkeling van het kind van 0 tot 10 jaar”, GWP, Sopot 2012 (editie 2021).
  • B. Steinborn, “Neurologie van de ontwikkelingsleeftijd”, PZWL, Warschau 2017.
  • Eigen bewerking.

Creatieve speelgoed kan hierbij een waardevolle ondersteuning zijn. Met de juiste keuze en organisatie van spel kunnen ouders de creativiteit van hun kinderen stimuleren, wat levenslange voordelen oplevert.